Planten

Maak het gat groot en diep genoeg om alle wortels voldoende ruimte te geven. Plaats de plant in het gat. Gooi het gat voor de helft dicht met zandgrond en trek de boom vervolgens al schuddend iets naar boven. Trap met de punt van de voet de grond vast en probeer zoveel mogelijk grond tussen de wortels te krijgen. Gat verder opvullen.

Geef nieuw geplante bomen voldoende water. Meststoffen in het vroege voorjaar. Gedurende de lente en zomer eventueel compost ruim rondom de stam aanbrengen.

Bloemenzaad inzaaien

Voor een goede regelmatige verspreiding is het mogelijk het zaad te mengen (1 op 1 volume) met zand. Het zand moet zo vochtig zijn dat het net aan het zaad vast plakt. Als het te nat is plakt alles aan elkaar en als het te droog is kunnen het zaad en het zand alsnog scheiden.
Het zaad met het zand kan meestal het beste breedwerpig met de hand uitgestrooid worden. Zeer dun zaaien (1 zakje per m2) is meestal voldoende.
Na inzaai het zaad oppervlakkig inharken met een grove hark en licht aandrukken met bijv. een grasrol om een goed contact te krijgen tussen het zaad en de grond.

Snoeien

Algemeen. Snoei bij voorkeur niet meer dan 20 % van de kroon weg. Verwijder alle gebroken, dode, kruisende, naar binnen groeiende en schurende takken en de waterloten (recht opstaande takken).

Appels en peren. (pitvruchten) snoeit u voor de bloei na de vorst in jan-mrt.

Kersen. (steenvruchten) snoeit u na de bloei in apr-mei of na de oogst in aug-sept. De kroon moet mooi open blijven.

Vlier. blijft eigenlijk het mooiste als ze niet of nauwelijks wordt gesnoeid. Als u ze niet of nauwelijks snoeit behoud de vlierbes zijn natuurlijke en karaktervolle vorm.

Maar u mag natuurlijk de vlierbes wel snoeien, omdat hij bijvoorbeeld te groot is voor de desbetreffende ruimte. De vlierbes mag u pas snoeien als al het blad van de vlierbes is verdwenen, dit is meestal in het najaar of vroeg in het voorjaar. 

Hazelaar.snoeit u tussen oktober – maart. Een verjongingssnoei van de hazelaar kan van oktober tot maart plaatsvinden. Door de hazelaar te snoeien, voorkomt u teveel verhouting en wordt de boom niet te groot. Verspreid de verjongingssnoei over drie jaren.

Krentenboom. heeft in principe geen snoei nodig. Om een echte boom van het krentenboompje te maken kan je de struik opkronen. Doe dit het liefste in het najaar of in de winter. Zaag de laagste takken weg om de struik een boomidee te geven. Let er wel op dat je de takkraag spaart, door de lage takken niet glad langs de stam af te zagen. Dat is beter voor de boom.

Gele kornoelje. kan een aangename vorm behouden zonder al te veel werk. Echter, als u merkt dat de boom dode takken heeft, in een andere boom groeit of te laag bij de grond groeit, dan is het mogelijk tijd voor een snoeibeurt in de late herfst of vroege winter.

Judasboom. snoei aan het begin van de zomer dood en beschadigd hout weg. ‘Volgroeide’ bomen stellen geen speciale eisen aan de snoei, bovendien is snoeien dan eigenlijk overbodig, tenzij moet worden verjongd. In dat geval kunnen de takken tot even boven de grond worden weggezaagd.

Vuilboom. Bij een oudere vuilboom kan het voorkomen dat deze haast niet meer bloeit. Dat komt doordat de vuilboom bloeit op jong hout. Het is daarom aan te bevelen om de vuilboom regelmatig terug te snoeien, want dat levert telkens weer nieuwe scheuten op.

Vlinderstruik kunt u ieder voorjaar, na de nachtvorsten snoeien tot circa 30 cm boven de grond. Als u de uitgebloeide bloem direct wegknipt, komt de tak vaak nogmaals in het jaar tot bloei.

Wilg is misschien wel de meest makkelijke boom om te snoeien. Je snoeit ze het beste in de winter of in het vroege voorjaar. De wilg snoei je maar een keer in de twee jaar voor het beste resultaat. Wil je niet meteen een hele kale wilg, dan kun je ook het ene jaar de helft uit de wilg snoeien en het andere jaar de andere helft. Dat is ook beter voor de insecten die afhankelijk zijn van deze vroegbloeier.

Rode kornoelje. Als de struik te groot wordt kunt u hem in september terugsnoeien.

Sneeuwbal. Snoeien is niet nodig.

Kattenkruid. Door te knippen bloeit de plant door tot in september.

Tijm. moet na de bloei in juni licht teruggesnoeid worden. Let erop dat u niet in het oude hout knipt. Na de snoeibeurt moet u beneden aan nog steeds groene groei zien. Kort hem vanaf de bovenkant met zo’n 5 à 7  cm in om zijn vorm te laten behouden. Bovendien stimuleert zo’n knipbeurt weer nieuwe groei.

Lavendel.  Zodra de strengste vorst voorbij is (begin april) kun je de lavendel flink snoeien. Snoei met een heggenschaar (of een snoeischaar als het hout al wat dikker is) de plant ongeveer een derde deel terug, tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond. Blijf altijd boven de nieuwe, groene scheuten. Dus snoei niet tot in het kale houtige deel.
In het najaar (in september, maar augustus is ook prima) geeft u de lavendel een kleine snoeibeurt. Dit is meer het fatsoeneren van de plant. Het wordt ook wel vormsnoei genoemd. Je knipt daarbij de uitgebloeide bloemen af met een heggenschaar en neemt een klein stukje van de bovenkant van het groen mee. Zo krijgt hij weer vorm.


Een groene omgeving is een gezonde omgeving